"Hoe help ik als ouder/verzorger mijn muzikale kind"

door Sylvia van der Grinten - vioolpedagoog

Vanaf mijn 18e geef ik al vioolles, tijdens mijn conservatoriumtijd, eerst aan studenten die studeerden aan de universiteit, later aan stageleerlingen, en daarna bouwde ik een kleine lespraktijk op. Daarnaast werkte ik altijd fulltime in een symfonieorkest. Het lesgeven en doe ik nog steeds met veel plezier en wat heb ik daar veel van geleerd. Ik ben met muziek opgegroeid vanaf mijn vroege jeugd, mijn ouders waren gepassioneerde amateurs, als ik ’s avonds als kind insliep hoorde ik ze samen viool en pianosonates spelen, later maakten we samen muziek, strijkkwartet, op elke zaterdagavond toen we eenmaal op de middelbare school zaten, mijn tweelingbroer cello, mijn ouders en ik, viool en altviool. En we hadden een abonnement op een serie kamermuziekconcerten. Ik heb ontzettend veel geluk gehad, muziek werd me allemaal met de paplepel in gegoten. Maar dat dat bijzonder is besef je pas veel later. Ook onze dochters  hebben we de liefde voor muziek doorgegeven en dat leverde ongelooflijk veel mooie momenten op.

Wij, ouders, willen natuurlijk allemaal dat onze kinderen zich zo goed mogelijk ontwikkelen tot fijne gelukkige mensen. En natuurlijk willen we er ook allemaal onze bijdrage aan leveren. Dat gebeurt door ze met veel liefde te omringen, ze te voeden met gezond voedsel, maar ook te helpen met school, met hun omgang met vriendjes, activiteiten aan te bieden op sportgebied en ook op cultureel gebied, bijvoorbeeld door ze op muziekles te doen.

Een muziekinstrument leren bespelen is best lastig, vooral een strijkinstrument. Kijk maar eens: “Jan daar ligt een kip in het water” kun je in 5 minuten op de piano spelen, de toetsen liggen klaar, die hoef je alleen maar in te drukken maar wil je dat op de viool met een goede klank en zuiver spelen dan doe je daar wel veel langer over. De klank moeten we op een strijkinstrument via vloeiende bewegingen van de rechterarm leren maken en op de zwarte toets, zonder enige aanduiding zoals bij de gitaar, moeten we met de linker vingers de plekken leren vinden waar de noten liggen. En omdat het zo moeilijk is, moet er veel overwonnen worden door de jonge kinderen en hebben ze jullie steun hard nodig. Het gaat gewoon niet zonder ouderlijke hulp.

Een belangrijk punt om nu even bij stil te staan is dat de tijden wel veranderd zijn. Míjn moeder werkte bijvoorbeeld niet, die had alle tijd om haar tweeling te helpen. Ik zelf heb altijd fulltime gewerkt, en heb dus behoorlijk moeten schipperen met mijn tijd. Een voordeel van mijn werk was dat ik wel veel ’s middags thuis was en pas ’s avonds weg moest voor de concerten. En… mijn echtgenoot is ook professioneel musicus en kon ook studeren met onze dochters. Dat ouders allebei werken, dat is al jaren heel gewoon en daarmee komt misschien de ondersteuning van de hobby’s van onze kinderen wel eens in het nauw.

Maar ouders, hoe het ook zij, u bent onmisbaar voor uw musicerende kroost!

Want? 
Jullie kunnen de omgevingsvoorwaarden scheppen voor je kind zodat het een instrument kan leren bespelen.
Hoe?
Het begint met het zoeken en vinden van een leraar, jullie betalen de huur van het instrument, de lessen, de bladmuziek, en je kind wordt gebracht naar de les en weer opgehaald.
Gaat de vooruitgang op het instrument nu verder vanzelf en/of ligt de verantwoording bij leraar? Mijn ervaring als ouder en als docent is dat de rest echt niet vanzelf gaat. Misschien denk je nu: ja, maar jullie hadden het gemakkelijk omdat jullie zelf in het muziekvak werkzaam zijn. Natuurlijk, dat klopt helemaal! Ik kan me goed voorstellen dat je denkt: ik heb helemaal geen verstand van het instrument, of ik ben niet muzikaal, ik weet niet hoe ik mijn kind kan helpen. Over deze kwestie gaat deze lezing.

Ook hier zien we dat tijden veranderen. 40 Jaar geleden was het heel gewoon dat de meeste kinderen op muziekles gingen, de muziekscholen hadden honderden leerlingen. Op school kwamen elk jaar musici die schoolconcerten gaven. Dat was een hele industrie bij wijze van spreken. Nu zien we dat de druk op het gezin groter is geworden, de scholen hebben een uitgebreid curriculum, helaas zonder muziek, maar wel met veel toetsen en taken. De computer is alom aanwezig en de kinderen zijn aan het eind van de week vaak nog meer moe dan hun ouders!

Maar gelukkig, er zijn nog steeds kinderen met ouders die graag een instrument willen leren bespelen. Jullie kind is om verschillende redenen gaan vragen om een viool of cello. Misschien lag er nog een instrument op zolder, misschien komt het idee en de wens van jou zelf, of je kind heeft op de tv tijdens talentenjacht een schattig meisje met een roze viool zien spelen en heeft gedacht dat wil ik ook. Ik zal nu twee situaties schetsen zoals het verder zou kunnen gaan:

Situatie 1: Jullie kind blijkt over een behoorlijk muzikaal talent te beschikken, vindt het heerlijk om te oefenen, pakt het instrument verschillende keren per dag en als het niet vioolspeelt dan zingt het veel, allerlei liedjes, die u vroeger samen gezongen heeft. Bij jullie thuis is de radio afgestemd op de klassieke zender en je gaat regelmatig naar concerten en neemt dan de kinderen mee om naar een beroemde violist te luisteren. Het kind bereidt de les goed voor en heeft regelmatig nieuwe stukken op. Jullie gaan vaak mee naar de les en spreken de docent weliswaar kort maar wel vaak over het verloop. Er zijn regelmatig voorspeelmomenten waar je heengaat.  Thuis wordt weinig tv gekeken, en er heerst een streng doch rechtvaardig regime voor de smartphone. Het huiswerk wordt ijverig gedaan en goede schoolresultaten worden behaald.

Een ander scenario: jullie kind blijkt over een behoorlijk muzikaal talent te beschikken maar moet wel steeds aangespoord worden om te oefenen, en doet dat niet elke dag. Er wordt hoogstens 20 minuten geoefend, als de radio aan staat klinkt er populaire muziek, er wordt veel tv gekeken, gemaild, gegamed, gechat, getwitterd en geappt. De vioolleraar is tevreden, u spreekt deze ongeveer 2 x per jaar. Je weet niet precies of je kind vooruitgaat, je hoort wel wekenlang hetzelfde liedje of nummer. Je hebt geen idee of je kind veel of maar een beetje aanleg heeft, maar op het orkest heeft het veel plezier.

Eigenlijk heb ik nu twee uitersten geschetst. Maar herkennen jullie toch wel het een en ander?
Wat belangrijk is om te beseffen: Aangeboren talent wat je bij wonderkinderen ziet is zéér zeldzaam.
Maar ook: Bijna alle kinderen hebben genoeg aanleg en kunnen heel goed leren viool of cello spelen, maar die aanleg moet wel gevoed en ontwikkeld worden.

Hoe?
Nogmaals, als er goede omgevingsvoorwaarden aanwezig zijn. Wat zijn bijvoorbeeld goede omgevingswaarden?

  • Goede afspraken met je kind over wanneer en hoe lang er geoefend wordt. 
  • Vanaf het begin moet duidelijk zijn dat er zeker een jaar wordt volgehouden. Met een instrument kan je het beste jong beginnen, zeg maar vanaf 4 jaar, 6 mag ook. 
  • Zoek een lieve, goed vioolspelende, energieke en ambitieuze docent. 
  • Ga mee naar de les en vraag of je er af en toe bij mag zitten. Vraag wat de aanpak is. Spelenderwijs leer je vanzelf wat het vioolspelen inhoudt, zodat je je kind ook kan meehelpen. 
  • Oefenen is moeilijk, maar met een goede structuur en goede aanwijzingen van de docent kom je een heel eind. Het is heel bijzonder om met je kind dit samen te ondernemen, want je komt tot een hele specifieke intimiteit samen. Jouw kind krijgt van jou namelijk onverdeelde aandacht en dat vindt ie heerlijk. Je spoort het aan, je stimuleert, je prijst de kleine stapjes die gezet worden, precies zoals je kind van jou ook het Nederlands heeft leren spreken. Heel veel herhalen. 
  • Je laat muziek horen en vraagt informatie over mooie muziek en concerten. Als je niet bij de les kan zijn dan vraag je hoe de les ging en wat er allemaal gespeeld is. Je bent op de hoogte welke stukken je kind speelt.

Een instrument leren bespelen is niet iets van een jaar, je hebt een meerjarenplan nodig. Tijdens de lagereschooltijd heeft het kind nog heel veel tijd over, zelfs naast het gewoon lekker met vriendjes spelen. In haar/zijn vrije tijd is er genoeg ruimte om te oefenen, want gestage vooruitgang is ongelooflijk belangrijk. Het is goed om te beseffen dat naarmate het kind ouder wordt zijn behoeftes om zich te kunnen uiten via zijn instrument toenemen en daarom moeten niveau en leeftijd in evenwicht zijn en blijven.

Om een voorbeeld te geven: stel het kind begint op 8 jarige leeftijd en gaat pas na 3 jaar posities aanleren en leren vibreren, dan is het al bijna 12 jaar en gaat naar de middelbare school. Dan zijn de stukken die het kan spelen niet interessant genoeg meer. De kans dat het kind stopt is heel groot! Jammer! Misschien is dat bij jullie of jullie ouders ook wel gebeurd. Na jaren komt er toch spijt dat het zo gelopen is.

Als de vooruitgang tijdens de lagereschooltijd wél gunstig is verlopen dan zal het spelniveau als ze naar de middelbare school gaan behoorlijk goed zijn. Gaan de hormonen dan gieren dan hebben ze genoeg in huis om lekker uit hun dak te gaan op het instrument. Ze kunnen dan een mooie klank maken, veel moeilijkheden zijn er overwonnen, ze vibreren er lustig op los, het positiespel is grotendeels aanwezig waardoor er een zee aan mooie stukken klaarligt om te gaan spelen. Op school en van hun klasgenoten krijgen ze waardering en ze spelen eens voor op een culturele avond.

Maar wat is er nog meer gebeurd?
In al die jaren van viool of cello spelen en oefenen heeft je kind allerlei karaktereigenschappen kunnen vormen zoals: concentratie, geduld, doorzettingsvermogen, discipline, kritisch vermogen, bewustzijn, leren zich te presenteren, zelfexpressie, door het ensemblespel ook leren luisteren en samenspelen, teleurstellingen verwerken en genieten van succes.
Een vergelijking met een sport beoefenen is snel gemaakt. Een sport vinden we toch ook allemaal heel belangrijk voor onze kinderen vanwege de beweging, het buitenzijn en het sociale aspect. Sport en muziek sluiten elkaar ook beslist niet uit. Een bijkomende factor is dat door deze vorming de schoolresultaten ook mee profiteren.

In mijn lespraktijk heb ik altijd goede contacten onderhouden met ouders. Ik heb zelden onenigheid gehad over mijn aanpak bijvoorbeeld. Er wordt vaak gezegd: maar het moet wel leuk blijven, mijn kind doet het voor de lol. Maar stel je hebt tennisles en na talloze lessen komt de bal nog steeds in het net terecht, is dat dan nog steeds leuk? De vergelijking met vioolspelen: het blijft vals en de klank is niet mooi. Is dat leuk genoeg? Dit kan alleen veranderen als er getraind/geoefend wordt.

Ouders zijn natuurlijk allemaal heel verschillend van achtergrond, sommigen professionals, maar ook soms goede amateurs en ook ouders die níet met muziek zijn opgevoed. Bij een eerste kennismaking in de vorm van een proefles vertel ik altijd dat ik hun medewerking hard nodig heb en in welke vorm dat gegoten wordt.
Nou is het echt niet zo dat er van jullie verwacht wordt dat je elke dag van die 6 lagere school jaren met je kind oefent. Maar de start onder begeleiding is superbelangrijk. Naarmate het kind beter gaat spelen, zal het ook steeds beter leren studeren en kan het dat later zelfstandig, met hier en daar enkele kleine aanwijzingen en stimulansen. Door goede vooruitgang neemt het spelplezier toe en de inzet voor het oefenen verdubbelt vanzelf. Zonder training is het onmogelijk om het instrument te leren beheersen, dus het moet heel gewoon worden om ervoor te werken.

Maar hoe leren we ons kind goed oefenen? Wat is daarvoor nodig? Hier volgen een aantal tips:

  1. Ten eerste een vaste tijd waarop geoefend wordt. Soms kan er al ’s morgens vroeg voor school een half uur gespeeld worden en dan nog voor het eten een half uur, of vlak na het eten.
  2. Een vaste plek waar er geoefend wordt. De eigen kamer of een rustige hoek in huis. In het gezin wordt dus rekening gehouden met het oefenen, er wordt ruimte voor gemaakt.
  3. Als je het oefenen samen met je kind doet dan begin je met in het schrift te lezen, en dan hoop ik maar dat de docent daar voldoende in geschreven heeft zodat je genoeg aanwijzingen hebt voor het oefenen. Als dat niet het geval kun je dat natuurlijk vragen. Als je bij de les mag zitten dan kun je zelf ook aantekeningen maken.
  4. Een vaste volgorde aanhouden tijdens het oefenen zorgt voor een goede structuur, deel de onderdelen qua tijd goed in, zodat alles aan bod komt.
  5. Tijdens het oefenen kan je erop letten of het kind genoeg geduld heeft en als bijvoorbeeld een bepaalde oefening zonder fouten gaat dat ze dat nog een aantal keren op die manier herhalen, zodat het geleerde gemakkelijk wordt. Wat vaak gebeurt dat we een stukje spelen, waarin iedere keer weer allerlei fouten opduiken. Deze fouten worden dan eigenlijk ingestudeerd. Geen fouten maken klinkt heel streng, maar fouten aanleren gaat heel snel, maar ze afleren kost ontzettend heel veel tijd. De vader van de wereldberoemde violist Jascha Heifetz deed zijn vioolkistje na het oefenen altijd op slot, hij mocht er niet zonder zijn begeleiding op spelen, uit angst om fouten in te studeren.
  6. Langzaam oefenen, daar kun je ook samen met je kind op letten: want dat is moeilijk hoor! We kiezen liever een vlot tempo, maar oh, oh, wat gebeuren er dan veel ongelukjes. Leer je kind het van de 10 keer dat de oefening gespeeld wordt het 9 keer langzaam te doen, met veel aandacht voor allerlei spelonderdelen. Dan daarna mag het natuurlijk ook sneller.

Wat zijn de onderdelen waar je samen met je kind op kunt letten, óók als je geen verstand hebt van een strijkinstrument:

Recht strijken, de hele stok gebruiken, als je zelf een goed gehoor hebt is het zuiver?, samen de noten zingen, het ritme tikken, de metronoom gebruiken, kan je het al uit je hoofd, sta je goed rechtop, knijp je niet teveel met je linker of rechterhand.
Je kunt de Dobbelsteen Methode gebruiken; ieder aantal ogen van de dobbelsteen betekent concentreren op één spelonderdeel, dus bv. 1 oog: is recht strijken, 2 ogen: zuiverheid, 3 ogen: recht staan, 4 ogen: niet aanspannen etc, etc. Waar de ogen voor staan kan per week verschillen. Je laat het kind zelf kiezen waar het op moet concentreren bij de verschillende dobbelsteenvlakken.

Methode Cijfers Geven: je kind speelt een stuk en geeft zichzelf een cijfer voor de kwaliteit ervan. Dat kunnen ook weer allerlei spelonderdelen zijn. Op die manier leren ze zelf kritisch te zijn.

De ABC Methode: a is bijvoorbeeld 2 lastige noten, of een positiewisseling, maar het kan ook 1 maat zijn. Dat wordt eerst geoefend totdat er geen fouten meer gemaakt worden, daarna b, dat kan de 2e maat zijn, oefenen. Is die ook foutloos dan a en b achter elkaar spelen. Gaat dat foutloos, dan c, de 3e maat, gaat die foutloos, dan b en c achter elkaar. Gaat dat foutloos, dan a,b en c achter elkaar. Dit an je een regel volhouden. Bij regel 2 begin je weer bij a is de 1e maat, etc, etc, etc.

Wat ook een leuk spel is: kun je spelen als de dikke buurman, of als een boze juf, of als een heel verlegen vrouwtje of juist als een stoere meid?

Nog een andere mogelijkheid is: een verhaal uitbeelden, majeur versus mineur, vrolijk of verdrietig. Of: hoe snel kan je het, dit doe je natuurlijk pas als het goed gaat.

Het mooiste wat jou met je kind kan overkomen is dat het samen oefenen eigenlijk één groot spel wordt, uiteindelijk gaat het om viool of cello spélen. Het blijft een spel. Beschouw het maar als een hoger soort gamen, waarbij je ook iedere keer weer een hoger spelniveau kan bereiken met bijbehorende felicitaties en waarderingen. Voor onze vioolspelende dochter hadden we bedacht dat ze stickertjes mocht plakken in haar schrift bij iedere dag dat ze goed had gewerkt en na een hele week van ijverig oefenen stond er dan wat leuks tegenover.

Dat is zeker geen chantage hoor, maar het oefenen gaat erbij horen, het wordt normaal en als je diverse speelse methodes gebruikt dan leer je je kind spelenderwijs zelfstandig worden met het oefenen!

Sylvia van der Grinten

Vioolpedagoog

15 november 2019

Terug naar overzicht